Vet de springvorm in met boter en bekleed de bodem met bakpapier. Zeef de bloem in een ruime kom. Voeg de boter, 175 g suiker, 1 ei, 1½ tl kaneel en het zout toe en kneed kort tot een samenhangend deeg. Vorm een bal van het deeg, verpak in vershoudfolie en leg 30 min. in de koelkast.
Stap 2
Verwarm de oven voor op 180°C. Maak intussen de vulling. Boen de citroen schoon, rasp de gele schil fijn en pers de vrucht uit. Schil de appels en snijd in stukjes. Meng met 2 tl citroenrasp en 2 el -sap, de rest van de kaneel en de rest van de suiker. Schep de rozijnen erdoor.
Stap 3
Rol 2/3 van het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een ronde lap van Ø 30 cm. Bekleed de springvorm hiermee. Bestrooi de bodem met het paneermeel en verdeel de appelvulling erover.
Stap 4
Rol de rest van het deeg uit en snijd er repen van 1½ cm breed van. Verdeel in een ruitpatroon over de vulling en druk de randen licht aan. Klop het overige ei los en bestrijk het deeg ermee.
Stap 5
Bak de appeltaart in 60-70 min. in het midden van de oven lichtbruin en gaar. Dek eventueel af met aluminiumfolie als de taart te donker wordt. Neem uit de oven en laat in de vorm afkoelen tot kamertemperatuur.
Stap 6
Verwarm de jam zodat deze wat dunner wordt en bestrijk de taart ermee.
